Het werk van Edward Kobus –mijn werk– draait om de verbeelding. Die van mij, en die van de toeschouwer. Want net zoals een woord allerlei verschillende associaties kan oproepen, geldt dat ook voor een kunstwerk. Maak ik een tekening, dan doe ik een voorzet. De toeschouwer maakt het af, kiest en proeft wat ze ziet. Vandaar ook mijn leuze: Hier spreekt jouw verbeelding.
Ik probeer met mijn werk de rol van aangever te spelen. Ik werk niet vanuit een stellige overtuiging. Ik voeg mijn verbeelding toe aan de werkelijkheid en zie dan wel wat er ontstaat. Ik schotel het mijn toeschouwers voor, maar schuif het ze niet door de keel. Ik snap dat ik met mijn werk een podium opeis, maar ik nodig mensen graag uit om naast mij op dat podium plaats te nemen. Tot zover dat gaat.
Mijn tekeningen zijn wat dat betreft uitnodigingen. Invitaties om het eigen gelijk en alle dogma’s te vergeten en met een open blik een andere wereld in te stappen.
Verbeelding in de realiteit
Ik werk autonoom, maar mijn werk in opdracht vind ik net zo belangrijk. Het is een verrijking om mee te worden genomen in de wereld van iemand anders. En dankzij het werk dat ik doe heb ik al vele werelden mogen betreden. Hier is het aan mij om met een open blik te kijken naar wat me voorgeschoteld wordt. En om dat dan te verbeelden in een passende vorm.
Ik vind het een groot voorrecht om elke dag te mogen tekenen. Want dat is simpel gezegd toch wat ik in de basis doe: tekenen. Daarbij mag ik dromen, fantaseren en associëren dat het een lieve lust is. Dat dit niet alleen voor mij, maar ook maatschappelijk gezien zijn toegevoegde waarde heeft is een droom die uit is gekomen. Pure verbeeldingskracht dus.